TUSSENTAAL

Voor een nieuwe, effectieve samenwerking tussen organisaties en social designers rondom complexe problemen is onder meer nieuwe taal nodig. Gedurende dit onderzoek letten we speciaal op termen die gebruikt en belangrijk worden gevonden door de verschillende betrokken professionals en experts.

Wicked problems: complexe vraagstukken waar weinig kennis over is en waarbij de consensus laag is. Meer info.

Nederigheid: de bereidheid tot luisteren van de social designer.

Extreem luisteren: de bereidheid en vaardigheid om te luisteren voorbij je eigen geloof en opvattingen.

Alibi: de reden die door de ontwerper moet worden gevonden om ergens binnen te komen en zich vol te zuigen met informatie van de betrokkenen.

Spiegelen: organisaties zijn zelf vaak onderdeel van het probleem dat ze op willen lossen.

Verstoren: een einde maken aan een bepaalde toestand of patronen.

Ruimte van het niet weten: iedereen moet durven om een tijdje niet te weten hoe het zit of wat de beste vervolgstap is. Daarmee wordt de ruimte geopend waarin iets anders kan gebeuren dan je kunt voorzien.

Constructief afwijken: Wat hoort werkt niet en wat werkt hoort niet. Meer info.

Aanhechtingspunt: aspect uit een complex probleemveld waarop de ontwerper het ontwerp wil baseren. Een subjectieve keuze vanuit de eigen fascinaties.

Reframing: het ontwerpen van een nieuwe manier van kijken naar een probleem. Vaak bereikt nadat het probleem eerst nog veel complexer gemaakt is.

Co creatie: De reframing opent ruimte in een taai vraagstuk om gericht te werken aan nieuwe oplossingen in een gezamenlijk, interactief proces met betrokkenen. Ieders expertise wordt benut en er wordt draagvlak voor de uitkomsten gecreëerd.

Hunch (ingeving): In tegenstelling tot objectieve en toetsbare feiten geeft een subjectieve waarneming of een voorgevoel richting aan het ontwerpproces. Niet cognitief maar esthetisch. Niet gericht op de waarheid maar op betekenis. Geen modellen maar beleving.

Empathie: eigenschap dat je de gevoelens of gedachten van een ander aanvoelt en weet hoe jouw ontwerp ingrijpt op het belang van de betrokkenen.

Kanseigenaar (opportunityhost): onvermoede stakeholder, iemand die als nieuwe betrokkene kan bijdragen aan het oplossen van het probleem.

Het sublieme: ervaring van iets wat gelijktijdig heel mooi en heel pijnlijk is.

Mislukken: soms zit de grootste meerwaarde niet de uitgestippelde aanpak maar in een onbedoeld gevolg van de aanpak. Ongelukjes zijn kansen.

Geld: Welk? geld is belangrijker dan hoeveel? geld: als social designer moet je niet voor culturele budgetten willen werken, maar voor projectbudgetten.

Vertrouwen: vanwege het niet kunnen maken van afspraken over de eindresultaten van het proces en het belang van de ruimte van het niet weten, speelt vertrouwen een grote rol in de samenwerking tussen betrokkenen. Integriteit en openheid zijn belangrijke kwaliteiten van de social designer.

Artistieke mentaliteit: in tegenstelling tot het planmatige werken, werkt de social designer meer vanuit een intern kompas, vooral intuïtief anticiperend op alles wat er gebeurd. Het toeval wordt toegelaten in het ontwerpproces. Mensen zijn belangrijker dan systemen. Het proces is minstens even belangrijk als het product.

Ambiguïteit: ruimte laten voor meerdere interpretaties.

White cube: traditioneel de plek waar het werk van de kunstenaar tot z’n recht kwam: de witte, contextloze zaal van een museum wat nu wringt met de hedendaagse realiteit die juist complex en alom verbonden is.

Performativiteit: onderzoeken door te ‘doen’. Gericht op iets creëren, een verandering in de praktijk teweeg brengen.

Problemen zoeken: vooral kunstenaars zijn geïnteresseerd in ‘waar het gaat schuren’. Daarin ligt waardevolle informatie besloten over het standpunt van de betrokkenen.

Wordt vervolgd…

In China heeft het karakter voor probleem ook de betekenis vraag. Eva Xie legde uit dat het karakter van wicked problem of crisis een combinatie is van twee samengevoegde woorden, nml. gevaarlijk en mogelijkheid.

wicked problem Chinees

Eva Xie

Geef een reactie